kersenbuik

Nederlands

Mannetje in een aquarium.

Uitspraak

• Geluid:  kersenbuik    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• ker·sen·buik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kers zn  en  buik zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kersenbuik	kersenbuiken
verkleinwoord	kersenbuikje	kersenbuikjes

Zelfstandig naamwoord

de kersenbuik m

1. (straalvinnigen) Pelvicachromis pulcher  een vis die behoort tot de baarsachtigen (Perciformes ) en tot de familie cichliden (Cichlidae ). Het is een van de baarsachtigen die een gespecialiseerde vorm van broedzorg kent. De volwassen dieren zorgen voor hun jongen door deze te beschermen

Hyperoniemen

• cichliden, lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'kersenbuik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.