karwats

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·wats
Woordherkomst en -opbouw
  • ontstaan als variant van karbats, dat gespeld "carbats" in de betekenis van ‘zweep’ als ontlening aan het Russisch voor het eerst aangetroffen in het jaar 1616 en in 1724 (zie het tweede citaat onder 1.) voor het eerst als "karwats" [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord karwats karwatsen
verkleinwoord karwatsje karwatsjes

Zelfstandig naamwoord

de karwatsv / m

  1. slagwerktuig van zwiepend materiaal
    • Verdomd als het niet waar is, ginds zie je een opgebroken weg: daar wordt vast gewerkt aan de vermaledijde vooruitgang die altijd een reuzenstap achteruit is omdat het tastbare verleden er wordt omgewoeld en platgewalst. Nog éven, denk je, en ik schaf me een buks aan of een karwats. [4]
    • Een stikziende Mof, die langs de Maas loopt zwerven, met een langen Degen, en met een onzichtbaare Couragie, en die op een zeekeren tyd, een groot half uur heeft geleezen in de Werken van Paracelsus, om te zien; of 'er geen Wapenzalf in vermelt stond, bestendig tegens een Rotting of tegens een Karwats, die Slaplenden sustineert, Dat het boek M, een Toverboek is, om dies wil, dat Paracelsus, (het zyn de eige woorden van die wysgeer) nog dieper en stylder was geleert als het Doktoortje met de Molensteene Kastoor. [5]
    1. (paardrijden) leren rijzweep met handvat
      • Voorop reed Lulofs in rijbroek en hooggesloten kaki-jas met zilveren controleursknopen, een fijngevlochten bamboehoed op het hoofd en in de hand een karwats. [6]
      • Burgermeesteren, Schepenen en Raden der Stad TIEL, maken by deezen bekend, dat hare jaerlykse tweede PAERDEN MARKT zal gehouden watden op den 26sten deezer maend September; zullende ingevolge voorheen gedane bekendmakinge, die geene, die 't beste en grootste koppel Paerden ter markt brengt, genieten een paer Stangen met zilvere Pokkels; en die 't grootste en beste koppel Paerden koopt, een fraje Karwats. [7]
    2. gesel van leren stroken aan een handvat, gebruikt voor lijfstraffen
      • Bedoeld is: Grammatica, de achtste der negen middeleeuwse muzen van de vrije kunsten. Is het een wonder dat juist zij in de mythologie als attribuut een zweep heeft meegekregen en dat zij in de schilderkunst steevast voorkomt met een karwats in haar hand? [8]
      • Terwijl de zweep knalde - misschien inderdaad een karwats, daar wil ik af wezen - bleef ze me nakijken, (…) [9]
      • Wacht, gy, kleine deugenieten,
        Reeds zoo vroeg volleerd in't kwaad!
        Myn karwats zal u doen voelen,
        Hoe het zulke knapen gaat.
         [10]
Synoniemen
Opmerkingen
  • In de oudste bewijsplaats uit 1616 is de schrijfwijze "carbats" met een c, daarna was de vorm "karbats" met een k twee eeuwen gangbaar, maar die werd in de loop van de 19e eeuw verdrongen door "karwats". In die periode ontstond naast de oorspronkelijke betekenis "rijzweep" ook de betekenis "gesel" en waar het verschil niet duidelijk was, de ruimere betekenis "zweep".

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[11]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. karwats op website: Etymologiebank.nl
  3. "karwats" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Peters, A.
    "Waarheid gaat voor werkelijkheid" in: De Revisor. jrg. 31 nr. 1 (maart 2004) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam
    ; p. 49; geraadpleegd 2018-08-17
  5. Campo Weyerman, J.
    Den ontleeder der gebreeken. Deel 1. (1724) Hendrik Bosch, Amsterdam
    ; p. 243; (oudste vindplaats op dbnl.org) geraadpleegd 2018-08-17
  6. Okker, F.
    "Vissen vangen in een vulkaan. De bewogen jeugd van Madelon Székely-Lulofs" in: De parelduiker. jrg. 9 nr. 4 (2004) Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam
    ; ISBN 90 5937 0708; p. 9; geraadpleegd 2018-08-17
  7. advertentie in: 's Gravenhaegse Courant jrg. 24 nr. 109 (10 september 1731); p. 2; (oudste vindplaats op Delpher waarin betekenis zeker rijzweep is) geraadpleegd 2018-08-18
  8. Beckmans, F.
    "Vrouwe Grammatica geeft les" in: Hollands Maandblad. 708 jrg. 48 nr. 11 (november 2006) Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam
    ; p. 3; geraadpleegd 2018-08-18
  9. Jongstra, A.
    "Moes van de Cassia" in: Yang. 148 jrg. 26 nr. 4 (oktober/december 1990) Hans Vandevoorde, Brugge
    ; p. 25; geraadpleegd 2018-08-18
  10. Nieuw prenten boek voor brave kinderen. No. 1 (1850-1860) ; p. 7; (oudste vindplaats op DBNL waarin betekenis gelet op de illustraties gesel is) geraadpleegd 2018-08-18
  11. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be