jeugdherberg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jeugd·her·berg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jeugd en herberg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jeugdherberg | jeugdherbergen |
verkleinwoord | jeugdherbergje | jeugdherbergjes |
Zelfstandig naamwoord
- (horeca), (toerisme) herberg, vooral voor reizende jongeren, waar relatief goedkoop kan worden overnacht en gegeten
- We overnachtten in een jeugdherberg.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord jeugdherberg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jeugdherberg" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Horeca in het Nederlands
- Toerisme in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %