insnijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

insnijding in een houten balk
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·snij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord insnijding insnijdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de insnijdingv

  1. een met een scherp voorwerp gemaakte snee
    • De omgeving inspireerde de ontwerpers, behalve Van Ruyven ook Michiel van Pelt. "Zeker toen we bezig waren, was de NDSM-werf nog vergeven van de graffiti, met van die bubbelletters." "We hebben een heel nieuw lettertype bedacht. De B met zijn volle buik, de O met het rondje net uit het lood, de T die licht omhelt en de E met zijn insnijding als een centenbakkie." Plannen voor een complete letterfamilie is er niet. 'We zijn architecten, geen grafici."[2] 
    • De nadruk bij deze missie ligt op het hart, vertelt cardioloog Saïd. „Er gaan diverse specialismen mee, variërend van cardiochirurgen, cardiologen, een laparoscopisch chirurg (chirurgie met een minimale insnijding), een oncologisch chirurg, anesthesist, recovery-verpleegkundigen en intensive careverpleegkundigen. Er wordt van alles gedaan, van hartoperaties, het plaatsen van pacemakers, dotteren tot het plaatsen van stents.” De missie wordt gewaardeerd; de medici krijgen allemaal gratis een visum van de Egyptische ambassade. Alle medici nemen voor hun reis vrije dagen op.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen