hygiëne
Uiterlijk
- hy·gië·ne, hy·gi·ene
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gezondheidsleer’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
- Afkomstig van het Griekse 'hygieia' υγιεινή [2].
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hygiëne | - |
| verkleinwoord | - | - |
- (medisch) alles wat een goede gezondheid vereist en de handelingen, inrichtingen en instellingen die deze bevorderen zoals b.v. het schoon-zijn om infectie te voorkomen, gezondheidsleer
- ▸ Persoonlijke hygiëne is natuurlijk een dingetje als je meer dan tien dagen niet doucht.[4]
1.
- Het woord hygiëne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hygiëne" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hygiëne" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hygiëne op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %