Naar inhoud springen

hoornblazer

Uit WikiWoordenboek
hoornblazer
  • hoorn·bla·zer
enkelvoud meervoud
naamwoord hoornblazer hoornblazers
verkleinwoord

de hoornblazerm

  1. (muziek) (beroep) (militair) iemand die op een hoorn blaast (voor zijn beroep)
     Op het gezicht van iedereen, van Denisov tot en met de hoornblazer, lag om de lippen en de kin eenzelfde uitdrukking van vechtlust, spanning en opwinding.[2]
     Scholte, inmiddels 90, is vermoedelijk de laatste ooggetuige die nog in leven is. Elk jaar op 4 mei bezoekt hij het monument ter nagedachtenis aan de massa-executie, tot corona dat vorig jaar onmogelijk maakte. Ook dit jaar is een collectieve herdenking bij De Gevallen Hoornblazer in het Weteringplantsoen niet mogelijk.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron
    Helma Coolman
    “Nico Scholte moest toekijken bij de executie in Weteringplantsoen” (04-05-2021), NOS