hoofdpijn
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoofd·pijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en pijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdpijn | hoofdpijnen |
verkleinwoord | hoofdpijntje | hoofdpijntjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) pijn in het hoofd
- Omdat ik al een tijdje last van hoofdpijn heb, ben ik gisteren aspirines gaan kopen.
- ▸ Ik was kortademig en had ’s avonds hoofdpijn. Wonen op drie meter onder zeeniveau (NAP) is heel wat anders dan lopen op duizend meter boven de zeespiegel.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. pijn in het hoofd
Gangbaarheid
- Het woord hoofdpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hoofdpijn" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %