hoofddoek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- hoofd·doek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd en doek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofddoek | hoofddoeken |
verkleinwoord | hoofddoekje | hoofddoekjes |
Zelfstandig naamwoord
hoofddoek m
- een vierkante lap stof die vooral door vrouwen driehoekig samengevouwen over het hoofd gedragen wordt
- In islamitische kringen wordt het dragen van hoofddoekjes veelal als religieuze plicht gezien.
- Vanachter halfgesloten ogen zag ik een vrouw met een Schots geruite rok en een hoofddoek met gespreide armen op me afrennen. Ik besloot me niet te verzetten. Willoos liet ik me heen en weer schudden. [1]
- Weerstand tegen verplichting hoofddoek groeit in Iran [2]
Synoniemen
Vertalingen
1. een vierkante lap stof die vooral door vrouwen driehoekig samengevouwen over het hoofd gedragen wordt
Gangbaarheid
- Het woord hoofddoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hoofddoek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 153
- ↑ www.nu.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %