havanezer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een havanezer in het gras.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·va·ne·zer
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  Havanees bn  met het achtervoegsel -er, een verwijzing naar Havana op Wikipedia (nl), de hoofdstad van Cuba op Wikipedia (nl), waar dit hondenras vandaan komt; in 1897 aangeduid als "Havanezer hondjes" en vanaf 1916 als zelfstandig naamwoord aangetroffen[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord havanezer havanezers
verkleinwoord havanezertje havanezertjes

Zelfstandig naamwoord

de havanezerm

  1. gezelschapshond van een ras dat oorspronkelijk van Cuba afkomstig is
    • De havanezer is leergierig en makkelijk op te voeden. [3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen