havanezer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha·va·ne·zer
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Havanees bn met het achtervoegsel -er, een verwijzing naar Havana , de hoofdstad van Cuba , waar dit hondenras vandaan komt; in 1897 aangeduid als "Havanezer hondjes" en vanaf 1916 als zelfstandig naamwoord aangetroffen[1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havanezer | havanezers |
verkleinwoord | havanezertje | havanezertjes |
Zelfstandig naamwoord
de havanezer m
- gezelschapshond van een ras dat oorspronkelijk van Cuba afkomstig is
- De havanezer is leergierig en makkelijk op te voeden. [3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'havanezer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "Société Royale Saint Hubert. 15de Internationale Hondententoonstelling van alle rassen" in: Nederlandsche sport jrg. 16 nr. 772 (8 mei 1897) Harms Ellerman, Amsterdam; p. 12 kol. 1; geraadpleegd 2019-11-06
- ↑ "De Affenpinchers, Holl. Smoushonden, Petit Brabangons, Malthezers, Bolognezers en Havanezers te Rotterdam." in: Nederlandsche sport jrg 35 nr. 1952 (20 mei 1916) Harms Ellerman, Amsterdam; p. 6 kol. 1; geraadpleegd 2019-11-06
- ↑ Havanezer op website: hondenpage.com; geraadpleegd 2019-11-06
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal