harpoen
Uiterlijk
- Geluid: harpoen (hulp, bestand)
- IPA: / hɑrˈpun / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɦɑrˈpun/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦɑrˈpun/
- (Limburg): /hɑrˈpun/
- har·poen
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geweerhaakt werptuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harpoen | harpoenen |
verkleinwoord | harpoentje | harpoentjes |
de harpoen m
- een grote pijl met weerhaken aan een touw
- In de walvisvangst wordt gebruik gemaakt van harpoenen.
- een speer met weerhaken
- Er zijn harpoenen bekend uit prehistorisch Europa.
- [2] visspeer
1. een grote pijl met weerhaken aan een touw
2. een speer met weerhaken
|
- Het woord harpoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harpoen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "harpoen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %