hamnearbeidar

Uit WikiWoordenboek

Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ham·ne·ar·bei·dar
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hamnearbeidar     hamnearbeidaren     hamnearbeidarar     hamnearbeidarane  

Zelfstandig naamwoord

hamnearbeidar, m

  1. (beroep), (scheepvaart) bootwerker, dokwerker, havenarbeider, havenwerker, sjouwer
    «Ein 53 ar gamal hamnearbeidar i Bergen har sett livet til ombord i nattruta "Sandnes". [1]»
    Een 53-jarige havenarbeider is in Bergen aan boord op de nachtroute naar Sandnes om het leven gekomen.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Verwante begrippen
  1. Uit de krant Firda Folkeblad
    Florø, 8 maart 1956, 51. jaargang, no 20
    Pagina 1, kolom 5: Klemd ihel av lasteluka. (Van laadluik doodgedrukt)