gneis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gneis
Woordherkomst en -opbouw

Van Duits Gneis, Middelhoogduits gneist (vonk), Oudhoogduits gneisto (vonk).

enkelvoud meervoud
naamwoord gneis gneisen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gneis m/o

  1. (geologie) een metamorf gesteente met verschillend gekleurde banden of aders
    • Polijsten van de gneis. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be