gezichtsvermogen
Uiterlijk
- ge·zichts·ver·mo·gen
- samenstelling van gezicht en vermogen met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezichtsvermogen | gezichtsvermogens |
verkleinwoord |
het gezichtsvermogen o
- de kwaliteit van het zien door een dier
- Het meten van de visus is het bepalen van het gezichtsvermogen van een patiënt.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord gezichtsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.