geluidshinder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geluidshinder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·luids·hin·der

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geluid  en  hinder  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geluidshinder
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

geluidshinder m

1. een subjectieve ervaring van mensen waarbij ze geluid of lawaai hinderlijk vinden

Synoniemen

• geluidsoverlast. geluidhinder

Vertalingen

    1. Geluidsoverlast   

Duits: Lärmbelästigung (de) v Engels: noise pollution (en) Fins: melusaaste (fi) Frans: nuisance sonore (fr) v

Galicisch: contaminación acústa (gl) Portugees: poluição sonora (pt) Spaans: molestia por el ruido (es) v Zweeds: buller (sv)

Gangbaarheid

• Het woord geluidshinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geluidshinder" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.