geep
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- geep
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geep | gepen |
verkleinwoord | geepje | geepjes |
Zelfstandig naamwoord
- (straalvinnigen) smalle ranke soort zeevis met afgeplat lichaam en een lange snavelvormige bek, Belone belone
Vertalingen
1. smalle ranke zeevis met afgeplat lichaam en een lange snavelvormige bek, Belone belone
Gangbaarheid
- Het woord geep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "geep" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 58 %
- Prevalentie Vlaanderen 39 %