geelkeelfluiter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·keel·flui·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelkeelfluiter | geelkeelfluiters |
verkleinwoord | geelkeelfluitertje | geelkeelfluitertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelkeelfluiter m
- (zangvogels) Pachycephala macrorhyncha een zangvogel uit de familie Pachycephalidae (dikkoppen en fluiters). De soort wordt ook wel als ondersoort van de gouden fluiter (P. pectoralis) beschouwd. Deze soort telt 10 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelkeelfluiter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.