gebod
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·bod
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het bevolene’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebod | geboden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gebod o
- opgelegde verplichting
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord gebod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gebod" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.