gebedshuis
Uiterlijk
- Geluid: gebedshuis (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəˈbɛtshœys/
- ge·beds·huis
- samenstelling van gebed en huis met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebedshuis | gebedshuizen |
verkleinwoord | gebedshuisje | gebedshuisjes |
het gebedshuis o
- (religie) gebouw waarin godsdienstoefeningen plaatsvinden
- Volgens de Twentse pastoor onderscheidt de christelijke gemeenschap op Sri Lanka zich door hun sterk verzoenende houding jegens andere religies. „Ze vormen slechts een kleine minderheid, - zo’n zeven procent van de bevolking- maar zijn zeer verdraagzaam. Zo heb ik het meegemaakt dat tijdens een misviering de buren van het boeddhistische gebedshuis opzettelijk lawaai begonnen te maken om het geluid van biddende christenen te overstemmen. Ik heb bewondering voor hun lankmoedigheid.” [1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord gebedshuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Herman Haverkate 21-04-19 Twentse pastoor Marc Oortman leeft mee met zijn vrienden op Sri Lanka
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal