firmament

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fir·ma·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘uitspansel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord firmament firmamenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het firmamento

  1. (formeel) hemel
  2. (dichterlijk) de hemel van iemands levenssfeer
     'Mevrouw, prinses Elfilda is een schitterende ster die aan het koninklijk firmament straalt, waar ze ook thuishoort.'Hij deed geen poging zijn minachting te verbergen. 'Dat ze u en uw dochters hier uitnodigt voor het souper is een teken van haar medeleven, vergevingsgezindheid en gulheid.'Índerdaad, meneer,'mompelde ik. 'Dat is inderdaad zo.'[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen