firmament
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fir·ma·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘uitspansel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | firmament | firmamenten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
firmament o
- (formeel) hemel
- (dichterlijk) de hemel van iemands levenssfeer
- ▸ 'Mevrouw, prinses Elfilda is een schitterende ster die aan het koninklijk firmament straalt, waar ze ook thuishoort.'Hij deed geen poging zijn minachting te verbergen. 'Dat ze u en uw dochters hier uitnodigt voor het souper is een teken van haar medeleven, vergevingsgezindheid en gulheid.'Índerdaad, meneer,'mompelde ik. 'Dat is inderdaad zo.'[2]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord firmament staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "firmament" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "firmament" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), , ISBN 9789026346477
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be