financiering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·nan·cie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord financiering financieringen
verkleinwoord financierinkje financierinkjes

Zelfstandig naamwoord

de financieringv

  1. (financieel) het leveren van kapitaal om zo een bepaalde activiteit te bekostigen, het financieren
     Onderwijsminister Arie Slob staat de pers te woord naar aanleiding van het stopzetten van de financiering van het Haga Lyceum.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper
    “Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be