financiering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fi·nan·cie·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van financieren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | financiering | financieringen |
verkleinwoord | financierinkje | financierinkjes |
Zelfstandig naamwoord
financiering v
- (financieel) het leveren van kapitaal om zo een bepaalde activiteit te bekostigen, het financieren
- ▸ Onderwijsminister Arie Slob staat de pers te woord naar aanleiding van het stopzetten van de financiering van het Haga Lyceum.[1]
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord financiering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "financiering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be