huisvestingsfinanciering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·ves·tings·fi·nan·cie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisvestingsfinanciering huisvestingsfinancieringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de huisvestingsfinancieringv

  1. (economie) geld uitlenen waarmee een ander huisvesting kan realiseren
    • De dochtermaatschappij RBB, die zich bezig houdt met huisvestingsfinanciering voor academici en met praktijkfinanciering voor artsen, apothekers, accountants enz., heeft de activiteiten in 1967 zeer sterk uitgebreid. [1]
  2. (politiek) geld beschikbaar stellen voor de huisvesting van een instelling
    • Het lijkt er evenwel op dat er geen meerderheid is om compensatie voor Bolsward af te dwingen alvorens men akkoord gaat met de huisvestingsfinanciering. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen