Naar inhoud springen

fietsenrek

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 16:54 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
Fietsenrek
  • fiet·sen·rek
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsenrek fietsenrekken
verkleinwoord fietsenrekje fietsenrekjes

fietsenrek o

  1. rek om fietsen te parkeren
  2. (medisch) (figuurlijk) gebit met grote tussenruimte tussen de tanden
  3. (figuurlijk) gebit waarin tanden ontbreken
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be