ezelskop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ezels·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ezelskop ezelskoppen
verkleinwoord ezelskopje ezelskopjes

Zelfstandig naamwoord

de ezelskopm

  1. (zoötomie) het hoofd van een ezel
  2. (figuurlijk) een dom persoon
    • Hij wordt doodgezwegen en beschuldigd van landsverraad door een journalist met een ezelskop.[1] 
    • Voor de keuze van de winnaar maakte het niets uit. Zelfs een ezelskop kan zien dat Charles den Tex goed is. Moet de CPNB hem niet vragen om volgend jaar het geschenkboekje voor de Maand te maken?[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Volkskrant Mirjam Van Der Linden 2 mei 2016 Limonov: slimme, stevige kost over het Russische systeem
  2. De Volkskrant Arjan Peters 6 juni 2008 Grunberg is het Spannendste nieuws van de Maand
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be