Naar inhoud springen

erlangen

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Erlangen


  • er·lan·gen

erlangen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erlangen
erlangde
erlangd
zwak -d volledig
  1. overgankelijk door eigen inspanning kunnen beschikken over
     Doch hoe willen wij rechtvaardige wetten voor ons erlangen, als in 't verlichte beschaafde Westen men de vrouw gelijkstelt met kinderen en idioten?[3]
  2. overgankelijk dankzij een ander kunnen beschikken over
     'k Wil thans, ô Vaderland! mijn hulde U doen erlangen![4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. erlangen op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 september 2023 Weblink bron
    Raden Adjeng Kartini geciteerd door Paul Bijl
    De brieven van Kartini, wereldberoemd buiten Nederland in: De Boekenwereld., jrg. 32 nr. 4 (december 2016), Vantilt, Nijmegen, p. 9
  4. Bronlink geraadpleegd op 20 september 2023 Weblink bron “De Hollandsche natie.” (2009), Vantilt, Nijmegen, p. 107 r. 11