verwerven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wer·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verwerven
verwierf
verworven
klasse 3 volledig

Werkwoord

verwerven

  1. overgankelijk in bezit krijgen, eigenaar worden van
    • Hij verwierf daarmee een aanzienlijk stuk land. 
    • De partij tipte het college dinsdag om het gebouw in gedachten te houden bij de realisatie van een cultureel centrum. Momenteel is de groep Wie Wilt Wa bezig om steun te verwerven voor zo'n centrum.[2] 
     Zijn broer Oscar had op miraculeuze wijze, zo het al geen goddelijke voorzienigheid was, een aanzienlijk vermogen in Afrika verworven.[3]
  2. overgankelijk leren, beheersen
    • Tegenstanders zeggen dat leerlingen die hun thuistaal mogen spreken, slechter Nederlands zullen leren. ‘Er is daar nog maar weinig onderzoek naar gedaan. ‘Maar er is zeer weinig evidentie dat de leerlingen slechter zouden zijn in Nederlands verwerven.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. verwerven op website: Etymologiebank.nl
  2. Tubantia Jeroen de Kleine 07-11-17
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  4. de Standaard 27 NOVEMBER 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be