erfwoord
Uiterlijk
- erf·woord
- samenstelling van erf ww en woord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfwoord | erfwoorden |
verkleinwoord | erfwoordje | erfwoordjes |
het erfwoord o
- (taalkunde) overgeërfd inheems woord, enkelvoudig onderdeel van de woordenschat van een taal dat daar altijd onderdeel van is geweest en dus niet het resultaat is van woordvorming in die taal of ontlening uit een andere taal
- Woorden als 'roest' en 'ei' zijn erfwoorden.
- ▸ Het grootste deel van de woorden die we in plaatsnamen vinden, is erfwoord. Dat is logisch: het Nederlands was nog maar net bezig zich te ontwikkelen als aparte taal uit het Germaans. Bovendien duiden de meeste woorden algemene begrippen uit de natuur aan, die bij de Germanen allang bekend waren.[1]
- Het woord 'erfwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Erfwoorden in WikiWoordenboek
- ↑
Weblink bron
Nicoline van der Sijs“Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen.”, 2e druk (2002), Veen, Amsterdam / Antwerpen, ISBN 9020420453, p. 132
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal