eraan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- er·aan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van er en aan
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | aan | |
persoonlijk | eraan | |
aanwijz. | nabij | hieraan |
veraf | daaraan | |
vragend/betrekk. | waaraan |
Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
eraan
- vervangt *aan het, *aan ze
- Toen moest ook hij eraan geloven.
- eraan gaan: doodgaan
- eraan komen : al onderweg zijn
- eraan komen fietsen, hollen, lopen enz: al onderweg zijn op de beschreven manier
- eraan moeten geloven: je ergens bij neer moeten leggen, overlijden
- ▸ Op de derde avond was het grote moment aangebroken: helemaal alleen in mijn tent de nacht doorbrengen. Ik kon het niet langer uitstellen of ontwijken, deze nacht zou ik eraan moeten geloven.[1]
- eraan toegaan: hoe iets gebeurd
- eraan toezijn: hoe de conditie van iemand is, ergens behoefte aan hebben
- eraan zijn: moe zijn
- met alles erop en eraan: helemaal compleet
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord eraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eraan" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Voornaamwoordelijk bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %