elegantie
Uiterlijk
- ele·gan·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bevalligheid’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
- afgeleid van elegant met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse élégance (met het achtervoegsel -antie) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elegantie | eleganties |
verkleinwoord | - | - |
- het elegant zijn, de bevalligheid
- ▸ De Franse levensstijl blijft een uiterst aantrekkelijk concept waaraan goed wordt verdiend, zoals Michel Houellebecq constateerde in zijn laatste roman De kaart en het gebied: luxe, elegantie, goed eten en drinken.[4]
- Het woord elegantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elegantie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "elegantie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ elegantie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Achtervoegsel -antie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %