dubbelbandbaardkoekoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dub·bel·band·baard·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van dubbel bn, band zn en baardkoekoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelbandbaardkoekoek | dubbelbandbaardkoekoeken |
verkleinwoord | dubbelbandbaardkoekoekje | dubbelbandbaardkoekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de dubbelbandbaardkoekoek m
- (spechtvogels) Hypnelus bicinctus een vogel uit de familie Bucconidae (baardkoekoeken). Deze soort komt voor in Venezuela en telt twee ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'dubbelbandbaardkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.