spechtvogels

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

witsnorbaardkoekoek (Malacoptila panamensis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • specht·vo·gels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spechtvogels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spechtvogelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spechtvogel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Piciformes op Wikispecies bestaande uit negen families, waaronder de baardvogels, spechten en de toekans
Hyperoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

Meer informatie