droogdoek
Uiterlijk
- droog·doek
- samenstelling van droog ww en doek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droogdoek | droogdoeken |
verkleinwoord | droogdoekje | droogdoekjes |
de droogdoek m
- (huishouden) een doek waarmee men kan afdrogen
- Pak je een droogdoek, dan kan je helpen afdrogen.
- Het woord droogdoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "droogdoek" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Huishouden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %