driehonderdtweeëndertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 3 3 2
driehonderdtweeëndertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·tweeën·der·tig, drie·hon·derd·twee·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdtweeëndertig

  1. "332", het getal tussen driehonderdeenendertig en driehonderddrieëndertig, driehonderd plus tweeëndertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdtweeëndertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtweeëndertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdtweeëndertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdtweeëndertig driehonderdtweeëndertigs
verkleinwoord driehonderdtweeëndertigje driehonderdtweeëndertigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdtweeëndertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 332 is aangeduid
    • Als jij driehonderdtweeëndertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdtweeëndertig mv

  1. groep van 332 eenheden
    • Die driehonderdtweeëndertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid