driehonderdeenenvijftig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 3 5 1
driehonderdeenenvijftig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·een·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdeenenvijftig

  1. "351", het getal tussen driehonderdvijftig en driehonderdtweeënvijftig, driehonderd plus eenenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdeenenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdeenenvijftig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdeenenvijftig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdeenenvijftig driehonderdeenenvijftigs
verkleinwoord driehonderdeenenvijftigje driehonderdeenenvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdeenenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 351 is aangeduid
    • Als jij driehonderdeenenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdeenenvijftig mv

  1. groep van 351 eenheden
    • Die driehonderdeenenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid