defenestreren

Nederlands

1.

Wolfert van Borselen

werd in 1299 door een woedende menigte in Delft gedefenestreerd.

Uitspraak

• Geluid:  defenestreren    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdefenɛsˈtrerə(n) / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• de·fe·nes·tre·ren

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans défenestrer met het achtervoegsel -eren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
defenestreren	defenestreerde	gedefenestreerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

defenestreren

1. overgankelijk uit het raam gooien (vooral als middel om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen)

   ▸ Tijdens de middeleeuwen werd defenestreren een populaire tactiek om korte metten te maken met een minder geliefde politieke figuur.

2. overgankelijk (figuurlijk) (politiek) (België) uit de partij zetten, politiek buitenspel zetten

   ▸ Dat Nollet in maart aankondigde Khattabi een derde keer voor te dragen, deed bij velen de wenkbrauwen fronsen. Het is net dat argument dat Bouchez nu aangrijpt om Khattabi te defenestreren. “Telkens opnieuw laten stemmen tot je krijgt wat je wil, is ondemocratisch”, stelde de MR-voorzitter vrijdag.

Verwante begrippen

• defenestratie

Vertalingen

    1. uit het raam gooien   

Arabisch: يلقي من النافذَة (ar) Catalaans: defenestrar (ca) Duits: defenestrieren (de) Engels: défenestrer (en) Fins: heittää ikkunasta ulos (fi) Frans: défenestrer (fr) IJslands: henda út um glugga (is)

Italiaans: defenestrare (it) Pools: defenestrować (pl), wyrzucić przez okno (pl) Portugees: defenestrar (pt) Russisch: выбра́сывать из окно (ru), вы́бросить из окно (ru), выки́дывать из окно (ru), вы́кинуть из окно (ru) Spaans: defenestrar (es) Zweeds: defenestrera (sv)

Gangbaarheid

• Het woord defenestreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.