deconfiture
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deconfiture (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·con·fi·tu·re
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mislukking’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse déconfiture met het voorvoegsel de- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deconfiture | deconfitures |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de deconfiture v
Verwante begrippen
Vertalingen
1. mislukking
2. faillissement, bankroet
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord deconfiture staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.