curlingouder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  curlingouder    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkʏrlɪŋˌɑudər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• cur·ling·ou·der

Woordherkomst en -opbouw

• leenvertaling van Deens curlingforælder, in 2004 bedacht door de Deense psycholoog Bent Hougaard; samenstelling van  curling zn  en  ouder zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	curlingouder	curlingouders
verkleinwoord	curlingoudertje	curlingoudertjes

Zelfstandig naamwoord

de curlingouder m

1. (maatschappij) overmatig beschermende opvoeder die elk obstakel voor diens kind weg wil nemen

   ▸ "Ik kan er dit schooljaar even geen curlingouders bij hebben", verzuchtte juf Ank in de nieuwste aflevering van De Luizenmoeder.

Hyperoniemen

• hyperopvoeder, hyperouder, überopvoeder, überouder

Hyponiemen

• curlingmoeder, curlingvader

Verwante begrippen

• curlingsyndroom, helikopterouder, helikoptermoeder, helikoptervader

Gangbaarheid

• Het woord curlingouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.