curling

Het opmeten bij het curling.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  curling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cur·ling

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spel op het ijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	curling	-
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

curling o

1. een precisiesport die lijkt op bowls, jeu de boules en bocce, die op ijs gespeeld wordt gespeeld met zware stenen in plaats van metalen (of plastic) ballen

Hyponiemen

• bierkratjescurling

Afgeleide begrippen

• curlingbaan, curlingbezem, curlingclub, curlingdame, curlingmoeder, curlingouder, curlingploeg, curlingschijf, curlingspel, curlingspeler, curlingsport, curlingsyndroom, curlingteam, curlingtoernooi, curlingvader, curlingvrouw, curlingwedstrijd

Vertalingen

    1. een precisiesport die lijkt op bowls, jeu de boules en bocce, die op ijs gespeeld wordt gespeeld met zware stenen in plaats van metalen (of plastic) ballen   

Deens: curling (da) Duits: Curling (de) Engels: curling (en) Esperanto: glitŝtonludo (eo) Fins: curling (fi) Frans: curling (fr) Hebreeuws: קרלינג (he) Hongaars: curling (hu) Italiaans: curling (it)

Japans: カーリング (ja) Kroatisch: curling (hr) Litouws: kerlingas (lt) Noors: curling (no) Pools: curling (pl) Portugees: curling (pt) Spaans: curling (es) Zweeds: curling (sv)

Gangbaarheid

• Het woord curling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "curling" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Italiaans

enkelvoud	meervoud
curling	-

Zelfstandig naamwoord

curling m

1. (sport) curling