courage
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cou·ra·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘moed’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
- afgeleid van het Franse courage (met het achtervoegsel -age) [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | courage | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- moed, kracht
- Het mag een wonder heten dat het kleine meisje het overleefde: haar huid en schedel waren niet gesloten, waardoor haar hersenen geen enkele bescherming hadden. Mama Ellen en papa Alexander Corne (38) raapten al hun courage bijeen en een team van chirurgen 'sloot' het hoofdje van hun drie dagen oude oogappel. [5]
- De actie geeft hem duidelijk courage en toverde zelfs een glimlach op z'n gezicht. [6]
- Alle dagen belt boer Backaert met zijn koersende zoon. "Om hem courage te geven." [7]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord courage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "courage" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[8] |
Verwijzingen
- ↑ "courage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ courage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Bart HuysentruytDokters kunnen haar ziekte niet ontrafelen, maar Sofia (4) verbaast iedereen: "Zo'n blije madam, wie had dát gedacht"; HLN, 2 februari 2018
- ↑ Charlotte DegezelleCrowdfunding voor kankerpatiënt; HLN, 20 november 2014
- ↑ Ronny de Coster"Elke dag zeg ik hem: 'doe niets doms en zie dat je niet valt'"; HLN, 14 juli 2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse naamwoord cor (hart).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
courage | courages |
Zelfstandig naamwoord
courage
- courage, dapperheid, durf, kracht, kranigheid, lef, moed, sterkte
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Frans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
courage | le courage |
Zelfstandig naamwoord
courage m
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -age in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 7
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans