coëfficiënt
Uiterlijk
- Geluid: coëfficiënt (hulp, bestand)
- co·ef·fi·ci·ent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coëfficiënt | coëfficiënten |
verkleinwoord | coëfficiëntje | coëfficiëntjes |
de coëfficiënt m
- (wiskunde) een vermenigvuldigingsfactor van een zeker object. (variabele, vector, functie, differentiaalquotiënt etc.)
|
1. een constante factor van een onbekende of van een veranderlijke grootheid
- Het woord coëfficiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coëfficiënt" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be