ciao
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ci·ao
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: afscheidsgroet’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
- van Italiaans ciao [2]
Tussenwerpsel
ciao!
- afscheidsgroet: dag!
Gangbaarheid
- Het woord ciao staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ciao" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ciao" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ciao op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Italiaans
Uitspraak
- IPA: /tʃao̯/
Woordherkomst en -opbouw
- ontleend aan Venetiaans s-ciào, cognaat met Italiaans schiavo "slaaf"; als groet vergelijkbaar met het Duitse Servus! "(uw) dienaar!" [1]
Tussenwerpsel
ciao!
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 72 %
- Woorden in het Italiaans
- Woorden in het Italiaans van lengte 4
- Woorden in het Italiaans met IPA-weergave
- Tussenwerpsel in het Italiaans