Naar inhoud springen

dienaar

Uit WikiWoordenboek
dienaar draagt de parasol van zijn meester en loopt op blote voeten achter zijn meester aan
  • die·naar
enkelvoud meervoud
naamwoord dienaar dienaars
dienaren
verkleinwoord dienaartje dienaartjes

dedienaarm

  1. (beroep) iemand die in persoonlijke dienst van een meester is
    • Hij werd door zijn eigen dienaren vermoord. 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]