char-à-bancs

Uit WikiWoordenboek
een char-à-bancs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • char-à-bancs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord char-à-bancs chars-à-bancs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de char-à-bancsm

  1. (transport), (verouderd) janplezier, grote wagen met veel zitplaatsen
    • Hij wandelt een gele barouchette en een blauwen char-à-bancs voorbij, die hij onder 't geboomte uitgespannen ziet, als ware 't om menigeen van huns gelijken derwaarts te lokken. [1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  char-à-bancs     le char-à-bancs     chars-à-bancs     les chars-à-bancs  

Zelfstandig naamwoord

char-à-bancs m

  1. janplezier, , grote wagen met veel zitplaatsen
Overerving en ontlening