Naar inhoud springen

chance

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 19 okt 2018 om 10:42 (ipa, prevalentie-informatie)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chan·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chance chances
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

chance v [2]

  1. geluk
Hyponiemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudfranse cheance.
enkelvoud meervoud
chance chances

Zelfstandig naamwoord

chance

  1. kans
Naar frequentie 639