Naar inhoud springen

brut

Uit WikiWoordenboek
  • brut
enkelvoud meervoud
naamwoord brut bruts
verkleinwoord - -

debrutm

  1. (oenologie) soort champagne die maar één keer gegist heeft met een minimale toevoeging van suiker of zoetmiddel
    • Het meest bekend is de "brut zonder jaartal", die helder en licht is en goed past bij het aperitief en het voorgerecht. [3]
stellend
onverbogen brut
verbogen -
  1. (oenologie) smaak van mousserende wijn die het tegendeel van zoet is, absoluut droog
    • De zoetheid van deze likeur bepaalt of de wijn brut (echt droog), sec (droog) of demi-sec (zoetig) zal zijn. [4]
61 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[5]

brut

  1. ruw, onbewerkt
  2. (oenologie) maar één keer gegist
  • Afgeleid van het Middelhoogduitse brōt

brut

  1. (voeding) brood; een meelproduct dat gemaakt wordt door meeldeeg te bakken, te koken of te stomen
  2. (voeding) boterham; snee brood