Naar inhoud springen

broekzak

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 13:36 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
  • broek·zak
enkelvoud meervoud
naamwoord broekzak broekzakken
verkleinwoord broekzakje broekzakjes

broekzak m [1]

  1. zak in een broek
    • Hij had zijn portemonnee in zijn broekzak. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]