brawl
Uiterlijk
- brawl
- Van Middelengels braulen. Verdere etymologie onzeker; mogelijk van Frans brailler, waarmee het Engelse werkwoord bray een doublet van brawl zou zijn. [1]
|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
brawl | bawls |
brawl
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to brawl |
he/she/it | brawls |
verleden tijd | brawled |
voltooid deelwoord |
brawled |
onvoltooid deelwoord |
brawling |
gebiedende wijs | brawl |
brawl
- onovergankelijk knokken, vechten
- onovergankelijk razen (v. water)