brasem
Uiterlijk

- bra·sem
- erfwoord via Middelnederlands brasem van Oudnederlands brasma, in de betekenis van ‘beenvis’ aangetroffen vanaf 1101 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | brasem | brasems |
| verkleinwoord | brasempje | brasempjes |
de brasem m
- (straalvinnigen) bepaalde karperachtige vissoort Abramis brama

- Angola tandbrasem, donaubrasem, geringde zeebrasem, gewone zeebrasem, goudbrasem, grootoogbrasem, grootoogtandbrasem, Japanse goudbrasem, nufarzeebrasem, rode steenbrasem, rode zeebrasem, schaapskopbrasem, schoteloogzeebrasem, Spaanse zeebrasem, spitssnuitzeebrasem, tandbrasem, witte zeebrasem, zadelzeebrasem, zeebrasem, zwartkopzeebrasem
1. bepaalde karperachtige vissoort Abramis brama
- Het woord brasem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brasem" herkend door:
| 85 % | van de Nederlanders; |
| 73 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "brasem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 85 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %