Naar inhoud springen

botervloot

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 00:29 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

botervloot met boter
Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ter·vloot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botervloot botervloten
verkleinwoord botervlootje botervlootjes

Zelfstandig naamwoord

botervloot v/m

  1. (huishouden) een bakje om boter in te bewaren
    • Kun jij me de botervloot geven? 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be