blunt

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

blunt
Uitspraak
Woordafbreking
  • blunt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blunt blunts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

blunt

  1. met cannabis (wiet en/of hasj) gevulde sigaar

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be