Naar inhoud springen

blunt

Uit WikiWoordenboek
blunt
  • blunt
enkelvoud meervoud
naamwoord blunt blunts
verkleinwoord

de bluntv / m

  1. met cannabis (wiet en/of hasj) gevulde sigaar
40 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


stellend vergrotend overtreffend
blunt blunter bluntest

blunt

  1. bot [1], stomp
  2. bot [2]. kortaf, lomp
enkelvoud meervoud
blunt blunts

blunt

  1. bot/stomp voorwerp
vervoeging
onbepaalde wijs to  blunt 
he/she/it  blunts 
verleden tijd  blunted 
voltooid
deelwoord
 blunted 
onvoltooid
deelwoord
 blunting 
gebiedende wijs  blunt 

blunt

  1. onovergankelijk bot/stomp worden
  2. overgankelijk bot/stomp maken; afstompen (ook fig.)
  1. blunt, Online Etymology Dictionary