binnenland

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  binnenland    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bin·nen·land

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  binnen  en  land 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	binnenland	binnenlanden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

binnenland o

1. een deel van een land dat ver van kust of grens gelegen is

   • Twente ligt in de diepe binnenlanden van Nederland terwijl Zeeland aan de kust ligt. 

2. binnen de grenzen van een land

   • Door de economische crisis gaat minder mensen naar het buitenland op vakantie maar blijven in het binnenland. 

Afgeleide begrippen

• binnenlandbewoner, binnenlander, binnenlandpagina, binnenlands, binnenlandspolitiek, binnenlandsvaarder

Vertalingen

    1. een deel van een land dat ver van kust of grens gelegen is   

Duits: Inland (de) o Engels: inland (en)

Frans: arrière-pays (fr) m Spaans: interior (es) m

Gangbaarheid

• Het woord binnenland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenland" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.